Door rood rijden
|
Door rood rijden Ik nader een verkeerslicht dat op rood staat, terwijl er op de kruising in geen velden of wegen verkeer te zien is. Er ontstaat dan een logisch antwoord op de sturingsvraag: ‘Kan ik veilig deze weg oversteken?' Het antwoord is dat ik dat kan, terwijl er binnen het ‘sociale regelsysteem' een norm is dat voor een rood licht moet worden gewacht. Ik voel op dat moment een conflict in mijzelf. Ik voel dat ik kan doorrijden en veilig de overkant van de straat bereiken. Aan de andere kant ligt er die norm, de regel waar ik op mijn tiende mijn verkeersdiploma voor behaalde.
|